Sinds 1818 heeft het bestuur van het platteland van Gelderland de verschillende schoutambten (gemeenten) verplicht om wettelijke bepalingen en verordeningen te maken voor het blussen van branden: het brandweerreglement.
Dit reglement is van onze gemeente bewaard gebleven en hierin kunnen we lezen hoe de zaken geregeld waren. Vermeld wordt dat de naam van het dorp op de brandspuit en emmers moet staan, om te zorgen dat de spullen na de brand "te herkennen en terug te bekomen zijn". Bij brand wordt de klok geluid en is iedereen verplicht te komen helpen.
|
In 1860 is er al sprake van mensen die een speciale taak bij het blussen hebben (pompers en pijpvoerders). Wat later krijgt de brandspuit een plaats op Greffeling in het noodschuurtje dat daar op de vluchtheuvel gebouwd is. Wie er het eerst met zijn paard bij is, kan 3 gulden verdienen voor het trekken van de brandpuit.
In 1925 wordt aan de school een arrestantenlokaal met een brandspuithuisje gebouwd. |
16 december 1894, de Gelderlander |
|
Op onze zoektochten naar historische zaken over Alphen kwamen we de 100 jaar oude brandspuit van Alphen op het spoor. We hoorden dat deze brandspuit nog jarenlang dienst had gedaan bij de bedrijfsbrandweer van Salet's Meubelfabrieken in Ravenstein. Hij verkeert nog in prima staat, maar is momenteel opgeborgen op de zolder van de brandweerkazerne van Ravenstein.
We mochten er foto’s van maken.
|
In een advertentie uit 1909 zagen we dat de fabriek van de Gebr. Kronenburg uit Culemborg deze spuit aanbood met 5,5 meter zuig- en 150 meter persslangen, die zowel met één als met twee stralen werkten. De slangen waren voorzien van een nieuw model snelkoppelingen waardoor de spuit in een minimum van tijd in werking werd gesteld.
Een actiefoto in ons archief laat zien dat er met deze spuit geoefend werd aan de Maas. Deze spuit verving de brandspuit die in 1869 is aangekocht en waarvan geen afbeelding bekend is, maar wel een uitgebreide beschrijving.
|
8 oktober 1909, Het nieuws van den dag |
|
|
|