Home
Alphen
Agenda
Fotoalbums
Links
Nieuwsarchief
Wat is WHAM
Onze collectie
Nieuwsbrieven
WHAM winkel
Wordt donateur
Contact WHAM
Ansichtkaarten
Archeologie
Bedrijvigheid
Bestuur
Bidprentjes
Brand
Criminaliteit
Gebouwen
Genealogie
Gezondheid
Luchtfoto's
Maas
Mooi Alphen
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontmoetingen
Oorlog
Ouwe kranten
Prinsengalerij
Publicaties
Religie
Signalement
Straatnamen
Verenigingen
Video's
Watersnood
Zoekplaatjes
Nieuw op de site
Zoeken op de site
Contact site
|
|
De verslagen van gemeenteraadsvergaderingen zijn veelal goed bewaard
gebleven in de archieven. Voor ons zijn ze een bron waar we graag uit putten
om de geschiedenis door te vertellen. Het zijn natuurlijk wel allemaal
handgeschreven berichten. Daarom leest het lastig en krullen en halen maken
het soms moeilijk om de tekst te ontcijferen. WHAM wordt hierin bijgestaan
door Gerrit van Heck, die vanuit zijn werk bij de gemeente vaak met deze
boeken te maken heeft gehad.
Hieronder wat stukjes uit het Brandreglement voor het Schoutambt Appeltern, dat al werd opgesteld in
1818.
|
Per dorp werden twee "brandmeesteren" aangesteld, die samen met een lid van de gemeenteraad uit het dorp de leiding hadden bij de brandbestrijding. Als brandmeester wordt meestal de smid van het dorp aangesteld. Voor Alphen zijn dat Jozeph van Kessel en en Goossen van der Velden.
Ze controleren twee keer per jaar, begin mei en begin oktober, of de schoorstenen zijn geveegd. Ook de "smidshuisjes" worden goed in de gaten gehouden. Vlas of hennep braken mag niet meer binnen, maar moet in een aparte schuur, op een afstand van minstens twaalf Rhijnlandsche roeden (ruim veertig meter) gebeuren. Kennelijk werd hierbij nog wel eens brand veroorzaakt. As mag niet in het achterhuis worden bewaard, wel in een behoorlijke asbak onder een schoorsteen. Hooibergen of hooimijten, waarin hooibroei dreigt te ontstaan, moeten worden opgeruimd.
Boeren moeten de beschikking hebben over een goede, dichte lantaarn.
Er moet gezorgd worden voor een brandspuit en voldoende brandemmers met daarop de naam van het
dorp.
|
|
"In kas van brand" moeten
de brandmeesters zorgen
dat het blusmateriaal snel bij de brand komt, de mensen
goed in een rij geplaatst worden en dat de spuiten goed
gericht worden. De tweede brandmeester zal zorgen dat de dorpsklok wordt
geluid, zodat iedereen gewaarschuwd wordt en naburige brandspuiten kunnen "toesnellen". De eerste die komt krijgt een premie van drie gulden! Iedere
dorpeling is verplicht als hij de klok hoort naar de brand te gaan en zich op te
stellen in de rij. Als er niet genoeg mensen zijn moet de "rotmeester" (een soort
buurtburgemeester) er voor zorgen dat er mensen komen. Wie weigert kan
een boete van twaalf gulden oplopen!
Het gemeenteraadslid zal samen met de veldwachter zorgen dat de
eigendommen van de gedupeerde behoorlijk bewaard blijven.
In "kas van nood" , als er niet voldoende emmers zijn, moet ieder huisgezin
iemand met een emmer waarop een herkenningstekenteken staat, naar de
brand sturen.
|
|