Home
Alphen
Agenda
Fotoalbums
Links
Nieuwsarchief
Wat is WHAM
Onze collectie
Nieuwsbrieven
WHAM winkel
Wordt donateur
Contact WHAM
Ansichtkaarten
Archeologie
Bedrijvigheid
Bestuur
Bidprentjes
Brand
Criminaliteit
Gebouwen
Genealogie
Gezondheid
Luchtfoto's
Maas
Mooi Alphen
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontmoetingen
Oorlog
Ouwe kranten
Prinsengalerij
Publicaties
Religie
Signalement
Straatnamen
Verenigingen
Video's
Watersnood
Zoekplaatjes
Nieuw op de site
Zoeken op de site
Contact site
|
|
De oudste vermeldingen met betrekking tot brandbestrijding in ons dorp komen uit de tijd dat Alphen behoort tot "den Ampte van tusschen Maas en Waal".
|
Ook daarvoor is in 1780 al een ordonnantie of reglement uitgevaardigd om te bepalen hoe men moest handelen bij brand. Daarin werd gesteld dat ieder dorp binnen zes maanden een brandspuit, emmers, ladders, haken en brandgereedschap moest aanschaffen.
Deze spullen moesten zorgvuldig bewaard worden in de kerk of op een andere "bekwaame plaats". Tweemaal per jaar zou alles "geëxamineerd en gerepareerd" moeten worden. Per dorp moesten twee timmerlieden, metselaars, smeden of dakbedekkers worden gezocht die als er brand ontstond meteen ter plaatse gaan. Zij mochten zonder redenen niet weigeren, maar hoefden dan weer niet mee te helpen bij "het jaarlijk maken van wegen en straten". Iedereen van achttien jaar en ouder moet meehelpen, wie een paard heeft moet het beschikbaar stellen voor het vervoer van de brandspuit. Een "poene van eenen goud-gulden" (boete) wordt de weigeraars in het vooruitzicht gesteld!
|
|
In het jaar 1791 bepaalden de ambtman en de jonkers van het Ambt dat er eens goed gekeken moest worden naar alle brandspuiten in het gebied. Zij gaven de Nijmeegse koperslager G. Opwyrda de opdracht om dat onderzoek te doen.
Dertien dorpen werden bezocht. Het is opvallend dat alle spuiten "na behoore" zijn. Op 12 april 1791 wordt de spuit van Alphen "gevisenteerd en bevonde na behoore". Hij heeft een leren slang van 80 voet lang en een linnen zak lang 50 voet met zijn schraag en verlangpoten, knuppels en selen om aan te trekken. Drie bomen om aan te pompen, een linnen kleed, een aparte zuiger en 20 brandemmers. Een gereedschapzak met zijn gereedschappen als een vuist- en handhamer, een breekijzer een buigtang en knijptang, een sleutel om het binnenwerk vast te schroeven, een dito sleutel om de schroeven van de slang vast te schroeven. Twee koperen buizen om tussen de leren slang te woelen, een koperen pijp om aan de slang te schroeven, twee borstels twee dweilen een lijn van 50 voet, zes buskes woelband, zes leren en zes linnen woellappen met zijn banden en enige leren ringen om tussen de schroeven te doen.
Er kwam een contract voor onderhoud met Willem van der Sluijs uit Ravenstein (generale brandspuitmeester).
|
|