Op maandag 2 februari 1885 brak er in de middag rond twee uur een hevige brand uit bij schoenmaker Jan Hol. op Greffeling.
Volgens onderstaand bericht uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche courant werden binnen enige uren de woningen vernield van: "De winkelierster P. v. T., de arbeiders Th. v. G. en Adr. van Zw., de bakkers N.S. en Herm. v. R. en den hooiberg van den landbouwerd C. M.; het huis van dezen laatste bleef gespaard."
Met behulp van een adresboekje van pastoor Van Aerssen uit 1878 konden we de initialen die in dit krantenbericht werden gebruikt, vrij gemakkelijk invullen. Ze staan hierin vrijwel allemaal op een rijtje genoemd.
P. v. T. is Petronella van Teeffelen, de vrouw van Willem Hol, die in 1880 is overleden en moeder van Jan Hol, waar de brand begon.
Th. v. G. is Theodorus (Dorus) van Geffen, Adr. van Zw. is Adrianus (Janus) van Zwolgen. Dan de bakkers N.S. Nicolaas (Klaas) Sackers en Herm. v. R. Hermanus (Manus) van Rossum. Als laatste nog C. M. Coenraad (Koen) Mollenberg.
Opmerkelijk is nog de opmerking in een bericht over deze brand in De Tijd: "De brandweer richtte niet veel uit, zoodat, ware de wind ongunstig geweest, nog veel andere perceelen aangetast zouden zijn."
|