Home
Alphen
Agenda
Fotoalbums
Links
Nieuwsarchief

Wat is WHAM
Onze collectie
Nieuwsbrieven
WHAM winkel
Wordt donateur
Contact WHAM

Ansichtkaarten
Archeologie
Bedrijvigheid
Bestuur
Bidprentjes
Brand
Criminaliteit
Gebouwen
Genealogie
Gezondheid
Luchtfoto's
Maas
Mooi Alphen
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontmoetingen
Oorlog
Ouwe kranten
Prinsengalerij
Publicaties
Religie
Signalement
Straatnamen
Verenigingen
Video's
Watersnood
Zoekplaatjes

Nieuw op de site
Zoeken op de site
Contact site

 
Gezondheid

Galkoorts

In een brief van 26 augustus 1831 aan de Gouverneur van de Provincie Gelderland schrijft Burgemeester de Villers, dat: "zich eene soort van Galkoorts heeft geopenbaard, die meestal onder de geringere volksklasse heerscht en dikwijls met zware diarrhée gepaard gaat; terwijl deze ziekte zulken sterken voortgang maakt, dat op dit oogenblik wel nagenoeg de helft der huisgezinnen door dezelve zijn bezocht." Hij vermeldt verder dat volgens de dokter de ziekte "haren voornaamsten oorsprong heeft in geleden armoede en het gebruik van slecht voedsel, en welke bij het niet nemen van behoorlijke maatregelen van genezing en wering, zeer gevaarlijke en aanstekende ziekte zoude kunnen worden." Verdere berichten geven aan dat de ziekte steeds meer gezinnen treft zodat "thans maar enkele huisgezinnen meer verschoond zijn gebleven". In september meldt de burgemeester dat er ook mensen sterven aan de ziekte. In de gemeente Appeltern (Alphen, Maasbommel, Altforst en Appeltern) woont dan nog geen dokter. De zieken worden behandeld door de dokter uit Ravenstein ("ruim 1 ½ uur van hier"), in Alphen komt ook dokter Bokstart uit Lith.

In 1838 werd er een beschrijving van "eene epidemische koortsziekte in eenige gedeelten der provincie Gelderland in het jaar 1831" opgemaakt door doctor A. Moll uit Arnhem. Hij wijdt ruim 30 pagina’s van een lijvig geneeskundig werk aan deze ziekte. Hij constateerde dat nergens gebleken was, dat de ziekte besmettelijk was. De ziekte brak uit in verschillende huizen en plaatsen. Overbrengen van zieken naar andere plaatsen veroorzaakte geen uitbreiding.

De ziekte brak alleen uit op plaatsen waar vaak land met oogst onder water stond.
In het Land van Maas en Waal was dit door regen en kwelwater het geval in de drie jaren voor het uitbreken van deze ziekte. Gewassen waren daardoor niet, of half rottend van het land gehaald. De zomer van 1831 was warm. De moerasdampen die daardoor vrijkwamen werden gezien als de oorzaak van de moeraskoorts. Dokters bestreden de ziekte vaak met succes met koortswerende kinine.
Anthonie Moll
Anthonie Moll, gravure 1837
De ziekte heerste uiteindelijk van juni tot november 1831. Zoals Moll schrijft was "het getal der lijders, in verhouding tot de plaatselijke bevolking, zeer aanmerkelijk; op enkele plaatsen buitengemeen groot". Daarbij horen de onderstaande cijfers, "waarbij echter behoort te worden in het oog gehouden, dat de deswege gedane opgave van sommige Burgemeesteren ook hierin niet altijd van onnaauwkeurigheden is vrij te pleiten geweest".

Getroffen Gemeente
Bevolking
Lijders
Overleden
Appeltern
2.341
1.064
46
Dreumel
1.234
571
33
Druten
2.855
450
46
Horssen
777
226
12
Wamel
3.094
970
64
Gelderland totaal
42.723
8.181
478

Deze cijfers laten duidelijk zien dat Maas en Waal zwaar getroffen werd. Van de bevolking van alle getroffen gemeenten kwam slechts 24% uit Maas en Waal. Van het aantal lijders aan de koorts kwam maar liefst 40% uit Maas en Waal en van het aantal overledenen was dat 42%.

Kinine
Uit: Beschrijving eener Epidemìsche Koorts-ziekte in eenige gedeelten der Provincie Gelderland in het jaar 1831, opgemaakt door Dr. A. Moll.

WHAM logo

website by AageM