Home
Alphen
Agenda
Fotoalbums
Links
Nieuwsarchief
Wat is WHAM
Onze collectie
Nieuwsbrieven
WHAM winkel
Wordt donateur
Contact WHAM
Ansichtkaarten
Archeologie
Bedrijvigheid
Bestuur
Bidprentjes
Brand
Criminaliteit
Gebouwen
Genealogie
Gezondheid
Luchtfoto's
Maas
Mooi Alphen
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontmoetingen
Oorlog
Ouwe kranten
Prinsengalerij
Publicaties
Religie
Signalement
Straatnamen
Verenigingen
Video's
Watersnood
Zoekplaatjes
Nieuw op de site
Zoeken op de site
Contact site
|
|
In de Gelderlander van 15 februari 1918 is te lezen hoe Alphen werd opgeschrikt door een moord:
|
"Reeds geruimen tijd hadden eenige opgeschoten jongens, die bij avond en ontijden hun vermaak zochten op hoeken van straten, een soort club gevormd, schijnbaar met het doel het den bewoners van de buurt 'Greffeling' zoo lastig mogelijk te maken. Niets werd ontzien. Heiningen en muren worden afgebroken, vensters afgehangen, achterdeuren verbroken, enz., te veel om op te noemen.
Bij dergelijke tooneelen werden oude hooge of deukhoeden gedragen om zich onherkenbaar te maken; mogelijk was het een onderling kenteken van de leden der bende. Ieder die bij dergelijke straatschandalen op hun tooneel verscheen en hunne handelingen zou kunnen bespieden of verhinderen, werd aangerand of met steenen geworpen.
Bleek soms een gemolesteerde eenigen moed te bezitten, dan worden de lafaards op de vlucht gedreven."
Christianus Mollenberg, een 57-jarige handelaar, is ook doelwit.
|
|
"Meermalen werd hem de pet van het hoofd geslagen".
Ook zijn paard moet het ontgelden als het "met groote steenen wordt toegetakeld". Als hij op de bewuste avond na enkele klanten bezocht te hebben naar huis gaat, wordt hij van achteren besprongen door iemand die hem met een mes in de rug steekt.
|
|
Volgens de kranten roept Christiaan de naam van de dader, waarmee hij het daags van tevoren ook al aan de stok heeft gehad, voor hij sterft.
Het is de 21-jarige Andries A. uit Alphen, die direct onder arrest werd gesteld.
|
In een kort verslag van de rechtszaak in het Algemeen Handelsblad van 24 mei 1918 lezen we dat "ook een 12-jarige jongen ter rechtzitting verklaarde, dat hij had gezien, Dat A. den steek had toegebracht." Er worden in totaal 23 getuigen gehoord.
Vreemd blijft het, dat de verdachte desalniettemin ontkent. Het O.M. eist 8 jaar. De rechter gelast een onderzoek naar geestvermogens van de beklaagde.
Hij wordt in een krankzinnigengesticht in Woensel geplaatst, waar hij na één jaar als genezen wordt ontslagen. Hij wordt gedurende zes weken behandeld in de psychiatrisch-neurologische kliniek verbonden aan de Rijksuniversiteit Utrecht waar hij na afloop wordt ontslagen als zijnde 'volkomen hersteld'.
Vervolgens wordt hij weer gedetineerd in Tiel waar de zaak
opnieuw voor de rechtbank komt. De officier eist opnieuw 8 jaar, maar de verdediger achtte de misdaad "overtuigend noch wettig bewezen". "De beklaagde ontkende onder tranen schuldig te zijn aan den dood van Mollenberg."
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 februari 1920 lezen we het uiteindelijke vonnis van de rechter: vijf jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorlopige hechtenis.
|
|