Over de meeste branden vinden we in meerdere kranten wel artikelen, maar meestal is de inhoud woord voor woord hetzelfde. Van de brand die op vrijdagnacht 23 september 1898 bij landbouwer Groenendaal uitbrak vonden we echter wat meer verschillende artikelen. Er leek hier ook wat meer aan de hand te zijn. In Het nieuws van den dag van 28 september lazen we: "De meid van den landbouwer Groenendaal ontdekte omstreeks 10 uur, dat er in de schuur brand was ontstaan. Toen zij de huisgenooten, die reeds te bed lagen, had gewaarschuwd, stonden de schuur en een gedeelte der hofstede reeds in lichte laaie. Wegens gebrek aan water viel aan blusschen niet te denken. ook de brandspuiten waren in zeer slechten toestand." Daarom vloog ook de hofstede van Mollenberg al snel in brand. Beiden huizen brandden tot de grond toe af. De schade was groot: "150 kippen, 15 varkens, 300.000 pond hooi en eenige honderden vimmen tarwe en rogge zijn in de vlammen verloren gegaan."
Omdat dit al de derde keer was dat beide hofsteden afbrandden, en omdat de branden steeds bij Groenendaal begonnen, waren er vermoedens dat er kwaadwilligheid in het spel was. Naar de oorzaak van de brand werd een onderzoek ingesteld. Helaas hebben we geen berichten meer gevonden waarin daarover iets meer werd verteld.
In de Peel- en Kempenbode lazen we nog wel een extra reden om te denken aan kwaadwilligheid: "Men vermoedt dat de brand ontstaan is door de schuld van kippendieven wijl bij Groenendaal, die het eerst afbrandde, slechts een paar kippen zijn gevonden, terwijl bij Mollenberg de kippen allen verbrand lagen."
|