In de Nieuwe Tilburgsche Courant vonden we onderstaande berichten over een brand die, in eerste instantie nog door onbekende oorzaak, ontstond op vrijdagmorgen 24 mei 1907. De brand brak uit "in of aan den hooi- of korenberg van den grondeigenaar-veehouder
A. Steenbruggen Jz. op Greffeling onder Alphen, (die met zijne echtgenoote ter kerke was), tengevolge waarvan in asch werden gelegd diens huis, schuur en berg, zoomede de woningen zijner buurlui J. Hol Wz., schoenmaker, en Q. v.d. Werd, landbouwer-veehouder, terwijl ook diens schuur en nog al wat roerend goed van allen in de vlammen opgingen. Verzekering zal de schade dekken."
In dezelfde krant volgt een dag later nog een tweede bericht over de oorzaak. Het staat dan inmiddels vast dat de brand "aan kwaadwilligheid moet worden toegeschreven."
Acht dagen eerder had men in een varkensschuurtje van Steenbruggen, gelukkig bijtijds, ook al een bakje gevonden met daarin een brandende briket en een doosje lucifers ernaast. "De politie meent de daders op het spoor te zijn."
Of deze daders ook gevonden zijn, hebben we nog niet kunnen achterhalen. We vonden alleen nog een kort berichtje in Het nieuws van den dag van 12 juli 1907. "De Rechtbank te Tiel heeft in deze zaak eene instructie geopend en reeds verschillende getuigen gehoord."
|